Vloerverwarmingskabels

Stap 1.
Bepaal de plaats waar de thermostaat moet komen, plaats een standaard elektra inbouwdoos met een minimale diepte van 50 mm.
Bij voorkeur op ongeveer 1.40 m hoogte i.v.m. bedieningsgemak.

Frees de benodigde sleuven uit en monteer inbouwdoos, elektrabuis en vloersensorbuis.
De sensor dient in het midden tussen 2 kabels te worden gemonteerd voor een optimale temperatuurregistratie.
Mocht de dekvloer hechtend aangebracht worden met een minimale laagdikte, dan kunt u voor de sensorbuis een geul (2 cm diep) in de ondervloer hakken.

LET OP: Sensor nooit in de buurt van een (verborgen) radiatorleiding plaatsen en nooit dwars onder verwarmingskabel monteren!

Stap 2.
Controleer vooraf of de oppervlakte van de verwarmingskabel overeenkomt met het te verwarmen vloeroppervlak en zorg dat er voldoende stroomcapaciteit (Ampère) beschikbaar is. Start vervolgens met het plaatsen van randisolatie

De kabel dient tussen én na iedere arbeidsgang gecontroleerd te worden met een multimeter en de gemeten waardes moeten worden ingevuld op de middenpagina van de meegeleverde handleiding. Meet tussen de weerstandsdraden en gebruik de tabel die u terugvindt in de handleiding om de juiste Omhse waarde te bepalen. De Ohmse waarde mag hierbij maximaal 10% afwijken. Meet ook tussen de weerstandsdraad en de aardmantel. Bij deze meting mag de meter niet uitslaan, mocht dit wel het geval zijn dan contact opnemen met de fabrikant.

Voer het kabeleind door één elektrobuis naar de inbouwdoos van de thermostaat. De rood/blauwe markering op de kabel moet zichtbaar blijven en later in de vloermassa worden verwerkt! Deze markering is de overgang van aansluitkabel naar verwarmingskabel en hiervan mag alleen de aansluitkabel in de elektrobuis geplaatst worden. Let u er daarnaast op dat de verwarmingskabel nooit mag worden doorgeknipt of ingekort!
Verwerk vervolgens de kabel in meandervorm met de berekende kabelafstand.

Stap 3.
Elektrische vloerverwarmingskabels kunnen op verschillende manieren worden aangebracht, maar wees tijdens de installatie altijd voorzichtig met scherpe voorwerpen die de kabel kunnen beschadigen. Bescherm de kabels tijdens het aanvoeren van de specie of mortel door het aanbrengen van loopplanken en gebruik geen kruiwagens met onbeschermde voetsteunen.
 

• _{Bevestig de kabel op het isolatiemateriaal met de bijgeleverde alu-tape en breng altijd randisolatie aan.}
• _{Zorg ervoor dat er een afwerklaag van minimaal 4 cm aangebracht wordt als er een zand-cement mortel wordt gebruikt.
  Ter voorkoming van krimpwerking van de vloer kunnen er stabilisatievezels of  krimpnetten gebruikt worden.
  Daarnaast dient er randisolatie te worden aangebracht.}
• _{Gebruik voor dunbedverwerking (minimaal 4 cm werkhoogte) een daartoe geschikte flexibele mortel.}

• _{Voor een goede bevestiging van de kabel op de ruwe ondervloer kan er gebruik gemaakt worden van Spacerstrips. Daarnaast dient er randisolatie te worden aangebracht.}
• _{Zorg voor een goede hechting en brand de ondervloer aan door deze in te borstelen met losse cement.}
• _{Breng vervolgens een dunne specielaag aan van 2,5 cm. Aan te bevelen is om deze te vermengen met de stabilisatievezels en laat deze vervolgens eerst uitharden voordat de tegels verlijmd worden of een ander type vloerafwerking wordt aangebracht.}
• _{Deze methode van monteren is tevens geschikt voor het aanbrengen van spuit- en gietvloeren in diktes van 3 cm tot 6 cm.}

• _{Bevestig de kabel op krimpnetten met ty-raps of snelstroppers.}
• _{Het is hierbij erg belangrijk dat de mortel vrij van luchtbellen wordt aangebracht. Luchtbellen vormen namelijk isolerende niet- geleidende gedeeltes waardoor de kabel zijn warmte niet kwijt kan en gevaar voor oververhitting kan ontstaan. Hierdoor kan de kabel beschadigen.}
• _{Om dit te voorkomen dient in eerste instantie slappere mortel te worden aangebracht die de kabel en krimpnetten volledig omsluit. Aansluitend kan met een meer droge mortel de werkvloer worden afgereden. Ook kan een spuit- of gietvloer een goede optie zijn.}

• _{LET OP: Zwaluwstaart-platen hebben slechte isolerende eigenschappen. Indien deze langs de onderkant niet kunnen worden geïsoleerd is het aan te bevelen eerst een werkvloer aan te brengen door de groeven op te vullen met specie en vervolgens drukvaste isolatie (polystyreen isolatie-platen) aan te brengen. Vervolgens kan de kabel worden aangebracht zoals omschreven bij "Installeren op een isolatielaag".}

• _{Bevestigt u de kabel rechtstreeks op de zwaluwstaart-platen? Dan kan deze worden vastgezet met de bijgeleverde alu-tape en breng ook hierbij altijd randisolatie aan. Vervolgens kan gewerkt worden zoals omschreven bij "Installeren op een isolatielaag". In dit geval kan een spuit- of gietvloer ook een goede optie zijn.}